Mensen vragen het vaak: hoe kiezen jullie de Zomaargast? Het antwoord is simpel: een klik. Vóór corona zat het in een handdruk bij binnenkomst, nu vaak in de twinkeling in iemands ogen.
In Jongerencentrum PowerUp073 vonden wij die twinkeling bij een kerel van begin twintig. Hij kwam binnen, kreeg een elleboog van Patrick – duidelijk de hipste van ons twee – en een kort gesprek ontspon. Hij bleek te werken bij Intertoys, net afgestudeerd te zijn als meubelmaker, een bloedmooie vriendin te hebben… Enfin, allemaal kleine faits-divers waarover wij dachten dat een eventueel interview zou gaan. Maar waar het ons dus om ging was zijn stralende blik.
‘Genieten van het leven. En zijn wie je wil zijn,’ antwoordde hij, toen hij eenmaal op het podium zat en gevraagd werd naar zijn grote levensles. ‘Ik ben eindelijk wie ik wil zijn.’
‘Eindelijk?’
‘Ja, ik ben transgender. Ik ben geboren als meisje, dus het heeft wat moeite gekost.’
Er viel een kleine stilte. ‘Kortgeleden heb ik mijn borsten laten verwijderen,’ zegt hij, ‘Dat was heel fijn. Maar ik wil het niet zwaar maken, hoor!’
‘Het lijkt me juist een feest om dit te kunnen zeggen.’
‘Ja, dat is ook zo. Maar daarvoor waren er wel een heleboel struggles met mezelf. Ik had alleen geen keus: ik moest mijn gevoel achterna.’
Op geen enkele manier hadden we vermoed dat het gesprek deze kant op zou gaan. Maar dit is dus precies wat er bij elke editie van Zomaargasten gebeurt: door je gewoon open te stellen komen de meest betekenisvolle verhalen zomaar naar boven.
‘Jij bent één van de weinigen die uit eigen ervaring kan zeggen wat het verschil is tussen hoe er naar mannen en naar vrouwen wordt gekeken.’
‘Klopt, ik heb heel lang als vrouw geleefd, dus als mijn vriendin ongesteld is, dan weet ik wat zij meemaakt. Ik snap het gewoon. Ideaal.’
‘Word je nu als man ook anders behandeld?’
‘Zeker. Ik ben net afgestudeerd als meubelmaker en heb stagegelopen als meisje én als jongen. Als meisje mocht ik de zaag niet gebruiken. Dat is letterlijk gebeurd. “Gebruik jij de zaag maar niet, dat doen wij wel voor je,” zeiden ze.’
Elke editie van Zomaargasten dient zich wel iets aan zoals dit. Wat ons er des te meer van overtuigt dat deze gesprekken ook mogelijk moeten zijn buiten het podium. Gewoon op straat. Wachtend op de bus. Door een toevallige voorbijganger aan te spreken en simpelweg te luisteren.
‘Je kwam hier zitten en zei: geniet van het leven en ben wie je wilt zijn. Het klinkt alsof dat is gelukt.’ Hij knikte en lachte breed. Opnieuw die twinkeling in zijn ogen. ‘Ben je gelukkig?’
‘Ja, ik denk het wel,’ klonk het, ineens een tikkeltje verlegen. En dan met een lichte aarzeling: ‘Ik vind dat een beetje eng om te zeggen, maar ik bén het wel.’
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.